Schoen Dit was de week -54

mei 2020
Waarin Koning Willem-Alexander tijdens Dodenherdenking op een lege Dam een toespraak hield en Arnon Grünberg  in een eveneens lege Nieuwe Kerk de 4-mei lezing uitsprak.
In beide toespraken werden  de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht, maar werd er ook gewaarschuwd waakzaam te zijn voor herhaling, voor het sluipend gif van uitsluiting, dat vaak begint met woorden.
Niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken  wat niet normaal is, sprak de koning  en Grünberg citeerde Primo Levi: Ik kan niet begrijpen, niet verdragen dat men een mens beoordeelt niet naar wat hij is, maar naar de groep waar hij toevallig toe behoort.
Grunberg voegde eraan toe:

‘Woorden die wij wekelijks, misschien wel dagelijks zouden moeten herhalen, al was het maar om ons eraan te herinneren hoe giftig woorden kunnen zijn. (…) Juist in deze geseculariseerde tijden rust, meen ik, een speciale verantwoordelijkheid op Kamerleden, op ministers om het goede voorbeeld te geven, om het woord géén gif te laten zijn (…)’

Voorafgaand aan het citaat van Levi, zei Grünberg: ‘

Het is ook logisch dat als er gesproken wordt over bepaalde bevolkingsgroepen op een manier die doet denken aan de meest duistere tijd uit de twintigste eeuw, als dat gewoon is geworden, er vroeg of laat op die manier ook weer over Joden gesproken kan worden. Voor mij was het van begin af aan duidelijk: als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het ook over mij.’

Geert Wilders vatte Grünbergs lezing klaarblijkelijk op als een schoen die voor hem was neergezet, hij trok hem aan, en ja hoor hij paste precies, getuige zijn tweet in kapitalen: MINDER, MINDER, MINDER. Hij was wel zo slim (of schijnheilig) er geen Marokkanen achter te zetten.
Ook Joost Eerdmans, zelfbenoemd roeptoeter op rechts, paste tijdens het programma Op1 van vrijdag 8 mei (‘ik voel me aangesproken’) de schoen en bleek dezelfde maat te hebben als Geert Wilders.   
Thierry Baudet reageerde niet, hij hoefde de schoen niet eens aan te trekken om te weten dat hij als gegoten zou zitten.
Om niet uitsluitend naar anderen te wijzen en mezelf veilig buiten beschouwing te laten, neem ik Grünbergs eerdere waarschuwing aan het begin van zijn lezing zeer ter harte: ‘Herdenken is altijd ook een manier om aan te geven wie je níét wenst te zijn, maar wie je toch meent te kunnen worden.’