Schrijfblok

Ik wist zeker dat ik ze niet had weggegooid, de sloffen van mijn moeder, maar kon ze nergens meer vinden. ‘Je hebt zeker weer met je neus gekeken,’ ik hoorde het haar zeggen. Ik zocht de sloffen omdat ik in een ervan haar kerkmissaal had gedaan, een gebedenboek dat ik nodig heb voor de roman waaraan ik momenteel schrijf: Zien wat van gisteren overbleef. Ik had het zoeken allang opgegeven toen ik de sloffen vond, in een doos waarin ik al had gekeken, met mijn neus, precies wat mijn moeder...

Letter vermist (van onze correspondent in Luiletterl*nd, D. van D*le) De letter * uit het *lf*bet is vermist. Dit meldt zojuist de t**lpolitie. Ze is gistern*cht voor het l**tst gezien in een onvoltooid sonnet van de dichter E. van Eikenstein. De versl*genheid in het *lf*bet is groot, temeer d**r het g**t om de eerste letter van het *BC. ‘Zonder * zijn we niet compleet, aldus een **ngesl*gen U,’ medeklinker van *. N**r de reden van de vermissing is het gissen, een misdrijf wordt niet...

Lente i.m. Aleksei Navalny Er is een bloem geknakt met lichte lentekleuren. terwijl hij brak nog in de knop liet hij weten: geef niet op. Ik heb de hand gezien die het liet gebeuren. Hij werd bij naam genoemd, niet langer werd gezwegen opdat het snoeimes weten zal: er bloeien bloemen overal één bloem geknakt, dat houdt de lente echt niet tegen.

Zondag was Rutger Bregman te gast bij Buitenhof. Progressief links moest wat hem betreft maar eens ophouden met het eindeloos analyseren van de opkomst van het populisme en de ruk naar rechts. Een in zijn ogen vrijblijvende en gratuite bezigheid. Doe iets, is zijn alternatief, kom in actie. ‘En dan is het niet voldoende om te zeggen: ik heb vanmorgen vegetarische paté op mijn boterham gedaan.’ Zijn pleidooi voor een morele revolutie is een wake-up call voor de economische elite, voor de...

Hij maakt er een gewoonte van vergaderingen te openen met het voorlezen van een gedicht. Wie? Martin Bosma, voorzitter van de Tweede Kamer, een man die zoveel van woorden houdt dat hij vindt dat er te weinig zijn en er zo nu en dan een bij bedenkt. Kopvoddentaks, bijvoorbeeld. Hij las onder meer Bericht aan de reiziger voor van Jan van Nijlen, Afsluitdijk van Vasalis en Voor een dag van morgen van Hans Andreus. Mooi toch? Een PVV'er als hoeder van de poëzie. En nou niet meteen zuur opmerken...

Van Agt is dood, en zijn vrouw ook. De Dood heeft hen niet uitgenodigd, zij hebben de Dood gevraagd langs te komen. Hij kwam precies op tijd. Dries en Eugenie (het is hier gepast hun voornamen te gebruiken, ook al ken ik hen niet), waren beiden 93 jaar, waarvan meer dan 70 jaar samen. Wie zo lang samen zijn, mogen niet alleen vertrekken: samen thuis, samen uit. Mijn lief en ik zijn bijna 40 jaar samen, of wij ook de 70 zullen aantikken valt te bezien, maar hopelijk zijn we als de tijd daar is...

Het pleidooi van filosoof Fleur Jongepier in Tijdgeest, de zaterdagbijlage van Trouw, wat vaker zomaar wat te niksen, is mij uit het hart gegrepen. Nietsdoen is het hoogste, ik weet alleen niet of het mij is gegeven, ik ben te weinig dorpsidioot, in ieder geval geen dorpsidioot als in het gedicht van Hendrik de Vries: Ik ben de dorpsidioot, Ik weet waaraan ze dat merken: ieder zwoegt hier voor zijn brood, ik alleen eet zonder werken. Ik zou dit stukje kunnen uitbreiden met een verwijzing naar...

Mijn eerste gedichten schreef ik toen ik een jaar of vijftien, zestien was. De zes mooiste kregen een plekje in de geïllustreerde bundel Herfst, in een bescheiden oplage van twee. Eén voor mij en een voor voetbalvriend Titus A. Hij maakte foto’s bij mijn gedichten, of schreef ik de gedichten bij zijn foto’s? De los in fotohoekjes ingestoken afbeelding op de voorkant is bij een verhuizing zoekgeraakt, in plaats daarvan is nu een lege plek zichtbaar, wel zo poëtisch. Er wordt veel...

In het laatste hoofdstuk van De wetten van Connie Palmen gruwt de ik-figuur van de ‘krankzinnige dooddoener’ dat je eerst van jezelf moet houden, voor je van een ander kunt houden: ‘Het is de meest belachelijke, de meest domme, de meest wrede wet ever van de twintigste eeuw. Het is rabiate onzin. Je moet van iemand anders houden en iemand anders moet van jou houden, dat moet je ook niet nog eens zelf hoeven doen, dat is onmogelijk.’ Ik moest meteen denken aan Ik hou van mij, een lied...

Het is maandag en de kleur is blauw. In de Eerste Kamer wordt gedebatteerd over de spreidingswet, door links de solidariteitswet genoemd, door rechts de dwangwet. Ze hebben allebei gelijk. Als er teveel trekvogels op dezelfde tak zitten, dreigt de tak te breken en is het een teken van solidariteit ook de andere takken te vragen een aantal vogels welkom te heten, ze gelegenheid geven even uit te rusten, om vandaar een definitieve plek voor hun nest te zoeken. En omdat te weinig takken weten hoe...

Meer weergeven