Lachen of huilen


Er stond nog één klassenbezoek in de agenda, aan basisschool Schateiland in Utrecht, aan twee groepen zeven. Ondanks de decemberdrukte was mijn bezoek goed voorbereid, er was voorgelezen uit Naar het noorden, mijn boek over de Hongerwinter.
Best pittig, zei de een van de leerkrachten.
Ik sprak er met de kinderen over en vertelde ze dat ik nu eens de wereld toelaat in mijn verhalen, dan weer de wereld op veilige afstand hou en las ze voor uit Zebedeus en het ganzenbord van Wisse, een fantasieverhaal over een beer die verdwaalt raakt in het ganzenbordspel, maar las ook Het lied van de donkerrode boom, een actueel verhaal over een gezin op de vlucht.
Er werd gelachen om Zebedeus die door Liegbeest letterlijk de put in wordt gepraat en net niet gehuild toen ik las over het vluchtgezin, hoe het dacht eindelijk veilig te zijn, tot er mannen met fakkels kwamen en het gezin werd uitgescholden voor gelukzoekers
Een van de kinderen van het vluchtgezin vraagt haar moeder waarom er ondanks alle ellende toch wordt gelachen.
‘Om niet te hoeven huilen,’ is het antwoord.