oktober 2012
Het is prachtig herfstweer, ik zit in tram 25 en geniet van de enige echte stad van Nederland: Hoor hier bonkt het hart van Rotterdam, lees ik op een spandoek. En het klopt: er wordt
gehamerd en geboord en geheid en gehijskraand dat het een aard heeft. Rotterdam dat in de oorlog aan flarden is geschoten is niet klein te krijgen, de reus leek geveld maar is bezig overeind te
komen in al die nieuwe of nog in aanbouw zijnde gebouwen en bruggen. Rotterdam knock-out? Pleurt op!
De tram rijdt over De Zwaan. De herfstzon breekt in stukken op het water in de Maas. Aan de overkant ligt Het Nieuwe Luxor. Ik heb er nog gestaan, samen met Harrie Jekkers met de
voorstelling Het verhaal achter de liedjes. Het uitzicht vanuit de foyer was mooi, herinner ik me, zo godvergeten mooi dat we bang waren dat ons publiek na de pauze niet meer terug
de zaal in zou komen om naar twee mannetjes op toneel te gaan kijken. De Maas bij nacht is toch vele malen mooier? Ja toch niet dan!
Ik moet op Zuid zijn, op de reconvalenscentenschool, ‘een school voor kinderen met een medische problematiek.’
Ik ben er op uitnodiging van juf Marguerite die ik nog ken van heel lang geleden, van het huwelijk van mijn zus met haar broer.
‘Je bent niks veranderd,’ liegt ze als ze me bij de deur van het lokaal begroet. Ik laat de leugen voor wat ie is en kijk naar de kinderen die ik voor me heb. Ze zitten hier niet voor een
griepje, zoveel is duidelijk. Het is een clubje mooie, lelijke kinderen en ik moet denken aan Sint Juttemis, een liedje dat ik ooit schreef voor Zin in Zingen, een zangproject van Het
Kunstgebouw, een ode aan de schotsen en de scheven onder ons:
Het is vandaag Sint Juttemis,
voor dames en voor heren,
Sint Juttemis voor dik en dun
en voor jutteperen,
Sint Juttemis, Sint Juttemis
voor mensen waar iets mis mee is,
de hele dag Sint Juttemis!
Ja, dat ga ik er voor hun vandaag van maken: Het feest van Sint Juttemis!