Vereeuwigd

maart 2012
Ik had Monique Postma op bezoek, van Lemniscaat, om te praten over mijn jongerenroman in wording. We waren uitgepraat en ze wilde nog even op atelierbezoek bij Annette.  Daar zag ze de afbeeldingen waarmee Annette  t-shirtjes bedrukt. Ze was er helemaal weg van. Van de Krokodil, het Varken, maar ook van de Dikke Dame met het Kroontje,  de Cowboy en de Matroos. Ze zag er een prentenboek in, een onverwoestbaar kartonboek voor de allerkleinsten. Aan ons een samenhang te verzinnen tussen de verschillende figuren, en op een ochtend bedachten we dat ze bij elkaar in de straat wonen, mensen en dieren door elkaar.
Later hebben we de dieren laten vallen, zij krijgen t.z.t.  een eigen boek. Het moest een straat worden met rare mensen in bijpassende huizen. De Dikke Dame met het Kroontje kreeg een paleisachtig huis, de Cowboy een houten huis met saloondeurtjes en de Matroos een gestrande boot.
Aan mij om er korte grappige versjes bij te schrijven. Dat deed ik tussen de bedrijven door, in de trein, in de stad, in mijn hoofd op de fiets, waar dan ook.
Tien huizen en evenzoveel mensen kregen een plekje in het boek dat Bij ons in de straat gaat heten en waarvan het openingsversje luidt:

Bij ons in de straat
van nummer 1 tot nummer 10
wonen hele rare mensen.
Kom,  dan laat ik ze je zien.

Die laatste regel  Kom dan laat ik ze je zien bracht me op het idee om na huis nummer 10 ook huis nummer 11 in het boek op te nemen, het huis waar ik zelf woon, de schrijver met zijn illustrator:

Op nummer 11
woon ikzelf
samen met Annette
zij maakte de portretten!

Daarmee legden we niet alleen een mooie knoop in het verhaal maar hebben Annette en ik onszelf vereeuwigd in ons eigen kinderboek. Iemand moet het doen...