Het verhaal achter... aflevering 6: De club van lelijke kinderen

februari 2013
De club van lelijke kinderen is mijn oudste nog in druk zijnde boek. Oktober 1987 kwam het boek uit in een oplage van 4000 exemplaren, gesplitst in twee drukken van elk 2000 exemplaren, en in 2011 verscheen de tiende druk.
Het omslag veranderde drie keer van uiterlijk: bij de vierde druk in 1993, de zesde druk in 2002 en nogmaals in 2004, bij de zevende, gewijzigde druk, met nieuwe illustraties van Annette Fienieg.

De wijzigingen betreffen kleinigheden, een enkele zin die me bij herlezing niet meer aanstond, zoals de volgende: ‘En in de supermarkt klonterden klanten om een heel andere reden samen dan om te zeuren over de prijs en de kwaliteit van de koffie.' Dat vond ik bij herlezing geen zin maar een logopedie-oefening. Vanaf de zevende druk staat er hetzelfde, maar eenvoudiger geformuleerd: ‘En in de supermarkt zeurden de mensen nou eens niet over de prijs en de kwaliteit van de koffie.’
Het betreft een citaat uit hoofdstuk 1 en dat is niet toevallig. Ik herinner me dat ik vol goede moed was begonnen het verhaal nog eens ‘door de machine te halen.’ De moed zakte me na het eerste hoofdstuk al in de schoenen. Er was geen beginnen aan, ik was inmiddels een andere schrijver geworden en besloot het verhaal op een enkele wijziging na met rust te laten. Bovendien had het boek zich ruimschoots bewezen. Het vond, en vindt, zijn weg moeiteloos naar de lezer. Inmiddels zijn er ruim 17500 exemplaren verkocht, de twee pocketedities, Boektopper (Malmberg 1988) en Lijster (Wolters-Noordhoff) 2006, niet meegerekend.

De club van lelijke kinderen is mijn enige politieke jeugdboek dat ik als motto een fragment heb meegegeven van het gedicht Iemand stelt de vraag van Remco Campert: 

…jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
En dan die vraag aan een andere stellen

Ik heb Remco Campert destijds een exemplaar van mijn boek opgestuurd, bij wijze van dank voor het lenen van het motto, maar heb helaas nooit een reactie van hem ontvangen, wat ik ook eigenlijk niet had verwacht.

Het boek kreeg meteen na verschijnen veel aandacht in de pers. Voor het eerst werd mijn boek ook in de landelijke dagbladen besproken, in De Volkskrant, NRC en Trouw.
Sprak Gertie Evenhuis in Trouw nog  van een ‘aardig verhaal, met duidelijke dreuntjes naar vele kanten’. Rindert Kromhout en Bregje Boonstra waren het er beiden over eens:  ik had een waardeloos boek geschreven.
Kromhout: ‘De club van lelijke kinderen had een goed en zelfs belangrijk boek kunnen zijn (…) maar het goed boek (…) diepgaand is het allerminst. Het is erg oppervlakkig en ongeloofwaardig. (…) Het is een enorme onderschatting van kinderen om te denken dat een zo gemakkelijk in elkaar gedraai verhaaltje hun zou overtuigen. Het is daarbij een belediging voor de ernst van de problemen om die te verpakken in zo’n flutverhaaltje.’ (VK, 12 januari 1988).
Boonstra: ‘Hij verpakt zijn boodschap in een hoop dolgedraaide onzin en slordig Nederlands, met twijfelachtige luchtige toespelingen op een werkelijkheid die verre van lollig is.’ (NRC, datum onbekend)
Ik weet nog dat ik er flink de pest in had, maar gelukkig was daar Dolf Verroen nog. Hij schreef mij op 4 maart 1988 het volgende handgeschreven  brief:

Geachte Koos Meinderts, ik wou u absoluut even schrijven dat ik met ontzaglijk veel plezier uw Club vanlelijke kinderen heb gelezen. (in één adem uit) Zalig!
Met collegiale groeten.

Bijval kreeg ik niet alleen van Dolf Verroen, ook van talloze plaatselijke en provinciale kinderjury´s. Zo won ik De gouden ganzeveer van Twello, Het Apeldoornse krijtje, De Drentse boeken top-5 en de Pötjespris van de Heilige Geestschool in Maastricht.

De club van lelijke kinderen is inmiddels bewerkt tot toneelstuk, musical en film. Vrij kort na verschijnen van het boek heeft Gerard Delft mijn verhaal bewerkt tot De lelijke kinderen, een toneelspel uitgegeven door De Toneelbibliotheek Hauwert. Of het stuk ook daadwerkelijk is opgevoerd, weet ik niet. Ik vermoed van niet.
In 2004 stelde ik Hofplein Rotterdam, toen nog jeugdtheater Hofplein, voor het boek te bewerken tot 
musical. Ik had eerder de musical Piggelmee geschreven, samen met Harrie Jekkers en Hofplein Rotterdam wilde graag nog een musical van onze hand.
Dit keer schreef ik het script en samen schreven we de liedteksten die Harrie vervolgens op muziek zette.
Voorjaar 2004 ging de musical in de regie van Jaco van der Moolen in première met een schitterende Karin Warmenhoven als koningin die genoeg heeft van het koningin-zijn en de macht overdraagt aan generaal Isimo die vervolgens het land ontdoet van lelijke kinderen.
Net als het boek sloeg de musical aan bij een groot publiek en om die reden werd en wordt de musical opgevoerd door jeugdtheatergroepen over het hele land, waaronder ASK-theater in Apeldoorn, Theater Naat Piek in Uden, kindertheater Kleine Kees in Huissen, Het Rijswijks jeugdtheater, Jeugdtoneel Artbees in Antwerpen en Berne Iepenloft Spul in Easterwierrum, Friesland.
Sinds 2011  is er ook een musicalversie van Het verkeerde beentje, geschreven door Jan de Waard, toegesneden op groep 8. Vorig schooljaar was het tweede seizoen en is de musical opgevoerd op 25 basisscholen.

Vorig jaar zomer kreeg ik bezoek van een groep jonge honden van de Nederlandse film- en televisieacademie. Ze wilden  hun eindexamenfilm gaan maken over uitsluiting. Aanvankelijk wilden ze zelf een verhaal maken, toen Niek Teunissen zich een boek herinnerde dat hij in groep 8 op de basisschool had gelezen: De club van lelijke mensen of zoiets. Zijn moeder moest het boek nog ergens op de zolder hebben liggen.
Hij herlas het, gaf het door aan zijn medestudenten en de jonge honden hadden hun verhaal. Er kon gefilmd worden. Nu alleen nog toestemming van de schrijver. En die kregen ze, bij zoveel enthousiasme is weigeren geen optie.
Na een spectaculaire première in juni in een uitverkocht Carré, werd de film afgelopen september (scenario: Jeroen Margry, regie: Jonathan Elbers) ook vertoond op het filmfestival in Utrecht en een maand later op het Cinekidfestival.
De film is bij Zapp-bios ook twee keer op tv te zien geweest. Omdat de film maar 20 minuten duurt hebben zij de vrijheid gevraagd en gekregen om het verhaal drastisch in te korten. De koningin sneuvelde, waardoor de film in vergelijking met het boek een grimmiger karakter heeft, ook al omdat het land waarin het verhaal zich afspeelt in de filmversie doet denken aan Noord-Korea. Alle kleur is verdwenen. 
Er zijn plannen voor een bioscoopversie, die wil ik wel schrijven. Komt eindelijk mijn wens uit.

De club van lelijke kinderen, Ploegsma 1987
Dit was aflevering 6 in de serie: Het verhaal achter…
Volgende aflevering: Kunst met peren