februari 2013
Behalve Het raadsel van de rode draad verschenen er in 1989 nog twee publicaties van mijn hand: Alles moet weg, een makkelijk lezenboekje in de Streepjesserie van
Ploegsma, en Het Jubileumconcert, een uitgave van de Provinciale Bibliotheekcentrale voor Assen, ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de Drentse Top-5. Met een bewerking
van dat laatste verhaal zou ik in 1996 mijn debuut maken bij uitgeverij Leopold.
Het raadsel van de rode draad betekent een breuk met de realistische kinderboeken die ik tot dan toe had geschreven. De club van lelijke kinderen, een modern politiek sprookje, zou je
kunnen zien als overgangsboek.
Hoofdpersonen zijn niet kinderen van vlees en bloed, maar dieren, beren om precies te zijn: Ada en Zebedeus de Beer. Beiden vinden op een en dezelfde morgen een rode draad vastgeknoopt aan hun
beddenpoot. Onwetend van elkaars bestaan gaan ze beiden op zoek naar het einde van de draad en ergens halverwege komen ze elkaar tegen. Het blijkt dezelfde rode draad te zijn, een draad die
hen naar een luchtballon leidt. Samen varen ze het verhaal uit, een mooi begin van een nieuw verhaal dat ik altijd nog eens van plan ben te schrijven.
Omdat het verhaal in het midden eindigt, heb ik er een omkeerboek van gemaakt. Aan de ene kant begint het verhaal van de bedachtzame Zebedeus, draai je het boek om, ben je aan het begin van het
verhaal van de voortvarende Ada.
Het verhaal van Zebedeus heb ik als eerste geschreven, thuis in Utrecht. Dat van Ada schreef ik in Spanje, in La Herradura, het vissersdorp in Andalusië waar ik ook Spin in de morgen
schreef.
Ik was er met Harrie Jekkers om te werken aan een nieuwe satirische roman, maar eerst moest dus mijn kinderboek af. Ik herinner me een hele nacht doorgewerkt te hebben, ik zag de maan opkomen
boven de Punta de la Mona en hem ook weer ondergaan boven de Cerro Gordo. Ik kon gaan slapen, mijn boek was af.
Uitgeverij Ploegsma dacht daar anders over. Ik ontving een paar weken later een brief op mijn werkadres in Spanje waarin mijn uitgever schreef:
‘Wij hebben met veel plezier over de beer Zebedeus van het manuscript ‘Het raadsel van de rode draad’ gelezen. Ons leesplezier was veel minder bij de beer Ada. Wij willen je vragen toch
nog eens kritisch dit verhaal te bekijken. (…) Vol vertrouwen zien we de kopij tegemoet, want we zijn ervan overtuigd dat jij berin Ada even humoristisch kan neerzetten als je Zebedeus hebt
gedaan. Wij denken dat tijdnood je parten is gaan spelen.’
Ploegsma had gelijk: ‘het is beter een goed boek wat later te laten verschijnen dan een matig boek op tijd.’
Herschrijven is niet de eenvoudigste klus, maar het moest, ik was het de uitgever, mezelf en Ada verplicht.
In november 1989 kwam het boek uit en kreeg een redelijk goede pers:
‘Het waarom van de draad blijft letterlijk in de lucht hangen. Het is de auteur die hem gespannen heeft en uit zijn droogkomische schrijfwijze blijkt hoeveel genoegen hij daar zelf aan beleeft'
(NRC, 26 januari 1990),
‘De situaties waarin beren verzeild geraken zijn origineel, een tikkeltje nonsensikaal en erg fantasieprikkelend (Lektuurgids, mei 1990).
De reacties op de illustraties van Annette Fienieg waren wisselend. In Leesgoed 1990/2 schrijft Truusje Vrooland: ‘De beide omslagtekeningen op voor en achterplat -een rose en een
blauw- wekken de verwachting dat het binnenin illustratief ook prettig toeven zal zijn. Dat is niet zo.’
Els de Jong-van Gurp is het in haar bibliotheekrecensie (1041 bestellingen!) daar niet mee eens. Zij schrijft: ‘De zwart-witte pentekeningen geven het verhaal iets extra’s mee in sfeer en
inhoud.’
In 1993 verschijnt bij Arena Verlag de Duitse editie van het boek, Das Geheimnis der roten Schnur, met illustraties in kleur van Marlis Scharff-Kniemeyer, in een vertaling van Silke
Schmidt. Het boek slaat in Duitsland enorm aan. Nog hetzelfde jaar verschijnen twee herdrukken, in het jaar daarop gevolgd door een vierde druk. In 1995 verschijnt de vijfde druk, waarmee het
totaal verkochte exemplaren in Duitsland komt op 26.000 exemplaren.
Uitgeverij Bertelsmann brengt in 1999 een pocketeditie op de markt en in augustus 2003 wordt het boek bewerkt tot hoorspel, uitgebracht op muziekcassette en cd door Headroom Sound
Productions, Köln.
Naast een Duitse versie verschijnt er in najaar 1998 bij uitgeverij Kasei-Sha ook een Japanse editie, vertaald door Etsuko Nozaka, met illustraties in zwart-wit van Jun Okamato.
De Nederlandse Rode draad wordt in 1995 herdrukt, met nieuwe illustraties van Annette Fienieg, twee jaar na de publicatie van mijn tweede berenboek: De wonderlijke wereldreis van Zebedeus de
Beer.
Nog altijd ontbreekt het tussenliggende boek over de ballonvaart en ik denk te weten waarom: mijn voorkeur ligt bij Zebedeus de Beer, ik wil wel over de ballonvaart schrijven, maar dan moet ik
Ada kwijt zien te raken.
Het spijt me Ada, maar je bent ballast, met jou in de mand stijgt de ballon niet op. Ik durf je niet overboord te gooien, dus zou je zo vriendelijk willen zijn, nu de ballon nog aan de grond
staat, vrijwillig uit te stappen. Had jij geen hoogtevrees?
Het raadsel van de rode draad, Ploegsma 1989
Dit was aflevering 8 in de serie: Het verhaal achter…
Volgende aflevering: De Zingende Zwanehals