december 2012
Ik mocht van het radioprogramma Dichtbij Nederland een verzoeknummer voor Kerst aanvragen. Of ik er wel een verhaal bij wilde vertellen, waarom ik juist dat nummer wilde horen. Ik
koos een lied van Bob Dylan en vertelde de interviewer over kerst 1972.
Ik was 19 jaar en had een bloedhekel aan Kerstmis. Een hypocriet vreetfestijn was het, door mij heel fijntjes als volgt getypeerd: Een kip sterft, omdat een kind geboren is.
Mijn vrienden van toen dachten er net zo over en gevieren besloten wij ons de beide kerstdagen in te zetten voor de minderbedeelde medemens: zwervers, alcoholisten en junks.
Wij meldden ons aan als vrijwilliger van een van de vele Kerst-Inn’s in Den Haag, een initiatief van naar ik me herinner Pax Christi, en brachten de kerstdagen door in het parochiezaaltje
van de Pius X kerk. Daar in dat zaaltje zaten we klaar met soep een broodjes. Laat de misdeelden maar tot ons komen. Plaats genoeg in onze herberg.
Helaas voor ons kwam er op kerstavond niet één dolende kerstmisklant op onze soep af. Morgen beter, hielden we er de moed in, maar ook toen wist niet één eenzame ziel de weg te vinden naar onze
herberg. Op een voetbalvriend na die na het copieuze kerstdiner thuis weleens wilde zien hoe dat eruit zag, zo’n Kerst-Inn, volgepakt met arme sloebers. Hij trof ons klaverjassend aan, meezingend
met Bob Dylan op de pick-up.
Vanaf die tijd moet ik elke kerst even aan Dylan denken en toen een paar jaar geleden His Royal Bobness een kerstcd uitbracht, moest ik die meteen hebben. Favoriet op de cd is The
Christmas Blues:
The jingle bells are jingling
The streets are white with snow
The happy crowds are mingling
But there's no one that I know
Christmas in the heart heet de cd, waarvan de opbrengst nog eens naar een goed doel gaat, meldt de sticker op de hoes: All artist royalties from sales of Christmas in the heart will be
donated to World food programme.