Het verhaal achter... aflevering 24: Meneer Hoedjes vangt een vis

augustus 2013
Het begon allemaal met Meneer Hoedjes bouwt een huis, een verhaal dat ik schreef voor Okki winterboek 1997. Het verhaal was wonderwel geschikt als openingsscène van Piggelmee, de musical die Harrie Jekkers en ik schreven voor Hofplein Rotterdam.
Oud-directeur Louis Lemaire vroeg ons een bestaand sprookje te bewerken en algauw viel de keus op Piggelmee, een verhaal dat we beiden kenden uit onze jeugd en waarvan ik nog altijd de beginregels moeiteloos kan opdreunen:

In het land der blonde duinen
En niet heel ver van de zee
Woonde eens een dwergenpaartje
En dat heette Piggelmee.

Van het tovervisje is de eigenlijke titel van het verhaal, een bewerking van De oude visser en zijn vrouw, een sprookje van Grimm. Het is op rijm gezet door L.C. Steenhuizen, hoofdvertegenwoordiger van Van Nelle, die het boekje uitgaf als reclame voor Van Nelle koffie.
Tureluur, het vrouwtje van Piggelmee, vraagt het tovervisje namelijk om betere koffie dan van Van Nelle. Alles mocht ze het visje vragen, maar dit nou net niet: betere koffie is er namelijk niet. Het tovervisje straft het dwergenpaartje en neemt alles af wat hij voordien met een gul gebaar heeft gegeven.
In de versie van Grimm heten de hoofdpersonen  Timpe Tee en Isebil. Zij overspelen hun hand als zij de vis vragen hen machtiger dan God te maken. Net als Piggelmee en Tureluur worden zij voor hun tomeloze begeren afgestraft en slijten zij hun leven weer in bittere armoe.
Zowel bij Grimm als bij Van Nelle heeft de vrouw het gedaan. Tureleuur en Isebil zijn onverzadigbaar in hun wensen en verlangens. Zij stoken hun sukkelige echtgenoten op om keer op keer terug te gaan naar het visje in de zee.
Vrouwvriendelijk en plantaardig als wij zijn hebben Harrie en ik met deze traditie die terug gaat tot Adam en Eva in het Aards Paradijs, gebroken. In onze musical is mevrouw Piggelmee geen ontevreden hebberig vrouwtje op de achtergrond. Zij is volmaakt gelukkig en heeft niets te wensen. Piggelmee ook niet. Ze leven van de wind en hebben elkaar.
Tevreden mensen, dat heeft de vis nog nooit mee gemaakt, in zijn hele carrière als wensvis niet. Hij smeekt ze iets te vragen en uiteindelijk zwicht Piggelmee en vraagt hij een jurk voor zijn vrouw, een tweepersoonsjurk, want ze is in verwachting. Bij die ene jurk blijft het niet en uiteindelijk, als Piggelmee koning is en zijn vrouw koningin, doet hij nog één wens: hij vraagt de vis voor hem en zijn vrouw het eeuwige leven. 
Zaterdag 23 mei 1989 ging Piggelmee in première en een week later besloot ik van de musical  een boek te maken. Ik greep terug op het verhaal in Okki en noemde Piggelmee weer Meneer Hoedjes die met zijn ‘mooie mevrouw’  in een houten huis aan zee woont en leeft van de wind. Eind augustus was het verhaal af en kon Annette Fienieg met de illustraties aan de slag. Mei 1999 kregen we van uitgeverij Leopold 15 auteursexemplaren opgestuurd van Meneer Hoedjes vangt een vis.
‘Mooi!’ schreef ik in mijn logboek waarin ik sinds 1997 bijna dagelijks mijn schrijfwerkzaamheden bijhoud. ‘Kom maar op recensenten!’
En daar kwamen ze: ‘Meinderts vangt grote gebeurtenissen in eenvoudige zinnen en woorden,’ schrijft Marja Boonstra in de Leeuwarder Courant van 18 juni 1999. En de Curaçaose krant  Amigoe (datum onbekend) schrijft: ‘Het verhaal is van alle tijden, maar ook van alle plaatsen. Als je in plaats van duinen heuvels leest zou het zich zo op Curaçao kunnen afspelen.’
Joke Linders is minder enthousiast: ‘Wie sprookjes als uitgangspunt neemt, moet daar toch iets meer mee willen en kunnen doen dan het aantrekken van een nieuw jasje.’ (Algemeen Dagblad, 27 augustus 1999)
Daar staat gelukkig een jubelende recensie van Bert van Molle tegenover: ‘… een juweeltje, een geluk dat het er is (…) De titel alleen al! (…) Koos Meinderts zorgt voor een poëtisch lichte toets, voor een onopvallende humor (…) een feest van taal. Alsof het sprookje opnieuw wordt uitgevonden en dus springlevend is.’ (De Morgen, 10 juni 1999).

In 2001 verschijnt bij Patmos  Herr Mütze fängt einen Fisch, de Duitse versie van boek, vertaald door Andrea Kluitmann. In hetzelfde jaar brengt Patmos het verhaal ook uit op cd, verteller Jürgen Treyz met muziek van Bernd Kohlhepp.
Zowel de Nederlandse als de Duitse Meneer Hoedjes is geen lang leven beschoren. De eerste druk in een oplage van 2500 exemplaren is na een paar jaar uitverkocht waarna Leopold het niet meer aandurft het boek te herdrukken.
Hier zou mijn verhaal achter Meneer Hoedjes vangt een vis eindigen als ik niet een jaar geleden werd opgebeld door Daniëlle Dommisse van poppentheater Het Huis van Barm. Eén van haar kinderen heeft mijn boek meegenomen uit de bibliotheek. Daniëlle leest het, raakt enthousiast en vraagt toestemming het verhaal te bewerken tot een voorstelling. Zondag 15 september gaat het stuk in het Letterkundig Museum in première en presenteert uitgeverij Lemniscaat  de herdruk  van Meneer Hoedjes vangt een vis, met nieuwe illustraties in kleur van Annette Fienieg.
Ik weet nu al wat ik in mijn logboek ga schrijven als de post de auteursexemplaren aflevert: ‘Mooi! Recensenten, kom maar op.’

Meneer Hoedjes vangt een vis
, Leopold, 1999, Lemniscaat 2013
Dit was aflevering 24 van de serie Het verhaal achter…
Volgende aflevering: Koning voetbal