Kinderboekenweek 2013: Groot Rotterdams Kinderdictee

oktober 2013

Halverwege het Groot Rotterdams Kinderdictee vraag ik de deelnemers of ze al een hekel aan me hebben.
Het valt mee, terwijl ik het ze toch niet gemakkelijk heb gemaakt met woorden als: dolenthousiast, stadionspeakers, catacombe, arbitrale trio en competitiewedstrijd.
Het is voor het eerst dat het Rotterdams Kinderdictee wordt georganiseerd. Mij is gevraagd het te schrijven. Ik kan bogen op enige ervaring. Een paar jaar geleden schreef ik het Haags Multicultureel Dictee en heb bij latere edities het Haags dictee voorgelezen.
De ruim twintig deelnemers, allen leerlingen van groep zeven, zijn winnaars van de voorronde, een minstens zo pittig dictee, afgenomen in de klas, en vertegenwoordigen hun school.
De finale is op de zesde etage van de Centrale Bibliotheek en is een oase van rust, vergeleken met de herrie op de benedenverdieping waar balgoochelaar Soufiane Touzani na zijn demonstratie door honderden kinderen onder de voet wordt gelopen. De beveiliging moet eraan te pas komen om hem te ontzetten en de kinderen netjes in een rij op te stellen voor een handtekening.
Het thema van de Kinderboekenweek is Spel & Sport en dat zullen we weten ook. Er zijn door de hele bibliotheek heen workshops acrobatiek en jongleren. Er wordt gehoelahoept en er worden moeilijke trucjes gedaan met ballen en knotsen.
Het woord komt er enigszins bekaaid af. Ik lees voor op de jeugdafdeling, officieel voor kinderen vanaf zes jaar, maar de kinderen die met hun ouders op het voorlezen zijn afgekomen zijn bijna allemaal een stuk jonger.
Ik besluit wat versjes voor te lezen uit Leve het nijlpaard! Die zijn kort, niet al te moeilijk te begrijpen en leunen op de lach. Aan poëtische verhalen als De vuurtoren en De man in de wolken waag ik me niet.

Om half vier worden de winnaars van het dictee bekend gemaakt door juryvoorzitter Gert Staal, directeur van de bibliotheek. Er zijn vier nummers 3. Ze nemen plaats op het ereschavot, waarna Staal vertelt dat de nummers  1 en 2 nauwelijks voor elkaar onderdoen.
Beide kinderen hebben maar vier fouten gemaakt. Het verschil blijkt hem in het detail te zitten. De winnaar heeft één keer vaker de aanhalingstekens openen en sluiten op de juiste plek gezet. Wat je noemt een close finish.
Presentatrice Evita de Roode vraagt het publiek de spanning op te voeren door met de voeten te stampen. Gert Staal wacht even en roept dan Omar Abdelkarim van de Emmausschool uit tot de allereerste winnaar van het Groot Rotterdams Kinderdictee.
Als prijs krijgt hij een beker, een cheque van vijftig euro voor een educatieve game en een gesigneerd Feyenoord-shirt. Alle handtekeningen van de spelers van Feyenoord staan erop.
'Ook die van Pelle?' roept een jongetje uit het publiek?
Ja, ook die van Pelle.
Beduusd neemt Omar het applaus in ontvangst en laat zich door zijn trotse moeder beklapzoenen.
‘Omar is heel goed in taal,’ zegt ze. ‘Maar hij kan ook heel goed rekenen.’
Na de prijsuitreiking moet ik nog een keer voorlezen, maar de meeste kinderen zijn dan al naar huis.
Zo’n vijftien boeken heb ik verkocht, net zo veel als collega Tjibbe Veldkamp.
‘Niet veel,’ zegt hij. ‘Maar het is toch geweldig als een kind op de kraam afloopt en al vanaf een afstandje zegt: dát boek wil ik en dat dat dan een boek van jou is!’