Angelino

december 2014
December een jaar geleden verzorgden Annette Fienieg en ik de aftrap van Beleef het kerstverhaal, een jaarlijks terugkerend evenement van het Catharijne Convent, waarbij meer of minder bekende Nederlanders een kerstverhaal voorlezen.
Aansluitend bekeken we met Helen van der Meulen, medewerker van het museum, de Napolitaanse kerststal, een Italiaans dorpstafereel met marktkooplui, bedelaars, straatmuzikanten en herders. En o ja, ergens in een hoekje stonden Jozef en Maria en het kindje Jezus.
De kerststal deed nog het meest denken aan een scène uit een volksopera. Druk gebarend lijkt er een belangrijk verhaal te worden doorverteld.
‘Daar zit een Gouden Boekje in,’ zei ik langs mijn neus weg, een opmerking waaraan Helen van der Meulen me een maand later herinnerde. Viel daar met ons over te praten?
En dat gebeurde, in het museum, in gezelschap van conservator Anite Haverkamp en uitgever Dik Broekman. We werden het snel eens: Dat Gouden Boekje moet er komen. Dit jaar nog. Aan ons een goed verhaal te verzinnen.
Ter inspiratie kregen we een boekje mee met foto’s van de kerststal. Annette kwam op het idee het verhaal te vertellen vanuit een van de minst opvallende figuren uit de kerststal, een doodgewoon jongetje. En na wat heen en weer gepraat, bedachten we dat het jongetje vanuit de verte drie koningen naar zijn dorp ziet komen. Hij brengt een voor een de dorpelingen op de hoogte van de komst van de koningen. Allemaal denken ze dat het bezoek voor hen komt, van de herder tot de herbergier en van de burgemeester tot de straatmuzikanten.
We legden het idee voor aan het museum en de uitgeverij, die gaven groen licht, waarna ik als eerste de jongen een trommel en een naam gaf: Angelo, Italiaans voor Engel, een naam die ik later veranderde in de verkleinvorm ervan: Angelino.

De eerste versie die ik schreef was veel te lang. Angelino was een weesjongen die de strenge regels van het weeshuis, gerund door de Zusters van Liefde, ontvluchtte en aan de rand van het dorp, met zijn rug tegen een olijfboom en uitkijkend over de heuvels, zijn misère probeerde weg te trommelen. Aan het eind van het verhaal zou hij zich aansluiten bij het gezelschap van de koningen en het gehate weeshuis achter zich laten. Zover kwam het niet.
Ik begon opnieuw, schrapte alle overbodige zijlijnen en maakte er een stapelverhaal van, geheel in de traditie van de Gouden Boekjes, met de volgende  terugkerende zinnen, uitgesproken door Angelino tegen respectievelijk een herder, de burgemeester, de drie mooiste meisjes van het dorp, de dorpsbakker, de herbergier en de straatmuzikanten: ‘Er is hoog bezoek onderweg. Drie koningen op een kameel.’
Met een knipoog naar volwassenen(zij moeten tenslotte het verhaal gaan voorlezen) bedacht ik passende namen voor een aantal personages: de mooie meisjes noemde ik naar beroemde Italiaanse filmsterren: Gina (Lollobrigida), Claudia (Cardinale) en Sofia (Loren).
De herbergier die zijn handjes niet thuis kan houden, gaf ik de voornaam mee van Berlusconi: Silvio. En de voornamen van de straatmuzikanten, Paolo, Ennio, Eros en Nino verwijzen naar bekende Italiaanse zangers en componisten.

In juni gingen we op vakantie naar Italië, en het verhaal ging mee, evenals foto’s van de figuren uit de Napolitaanse kerststal, gemaakt door onze zoon Thijs. We hadden voor drie weken een huis gehuurd in Massa Lubrense, nabij Napels. Een inspirerende omgeving voor Annette om te werken aan het Angelinoverhaal. Dachten we. Het huis zag er op internet schitterend uit, maar bleek in werkelijkheid veel weg te hebben van een zekere stal in Bethlehem. We hielden het twee nachten uit, toen hebben we onze koffers gepakt en zijn we naar Orvieto vertrokken en vandaar doorgereisd naar La Romola, nabij Florence. Daar heeft Annette het omslag gemaakt en dat verklaart  waarom het landschap in Angelino en de drie koningen meer lijkt op de lieflijke heuvels van Toscane dan op het ‘schuldige landschap’ rond Napels. Voor de gelegenheid heeft ze wel de Vesuvius verhuist naar Toscane.

Terug in Utrecht heeft ze het boekje verder afgemaakt en zaterdag 13 december werd Angelino en de drie koningen in het Catharijne Convent feestelijk gepresenteerd, precies een jaar nadat ik, kijkend naar de Napolitaanse kerststal langs mijn neus weg had opgemerkt: ‘Daar zit een Gouden Boekje in.’
Conservator Anite Velthoven zei ons na afloop van de presentatie: ‘Eindelijk heeft de kerststal een verhaal.’
Ons verhaal, het verhaal van Angelino en zijn trommel, en dat is goed te zien voor wie een kijkje neemt in het Catharijne Convent. Stond Angelino andere jaren onopvallend tussen de dorpelingen, nu neemt hij een centrale plaats, pontificaal vooraan, met een trommel om zijn nek. Gemaakt door Annette.