oktober 2014
Dinsdag begon mijn Kinderboekenweek, in Heemstede, op een witte school in een groene wijk, de Jacobaschool. Ik deed de middenbouw, illustrator Vera de Backer de onderbouw en
collega-schrijver Sanne de Bakker de bovenbouw. De Merels en Pepijnen van de Jacobaschool zijn mondige kinderen die zich nadrukkelijk laten gelden, een gesprek over boeken en schrijven gaat hen
makkelijk af. Boeken zijn voor hen niet iets van een andere wereld en ik ben een van hen, niet iemand om naar op te zien.
Ik lees voor uit en vertel over mijn laatst verschenen boeken: Bij ons in de familie en De koning gaat uit varen. Om twaalf uur sta ik weer op straat en zwaai ik naar Sanne, die
de groepen 6, 7 en 8 heeft verteld over haar recent verschenen boek Marokko, here we come. Ze knikt me vriendelijk toe, terugzwaaien lukt niet, ze heeft haar handen vol aan een wereldbol
en een rolkoffer met daarin naast boeken o.a. een Marokkaans theeservies. Ik gebruik geen hulpstukken bij mijn lezingen, ik hou het op een valies met verhalen, dat vind ik al gesjouw
genoeg.
Bij thuiskomst zit er bij de elektronische post een opgemaakte proef van Angelino en de drie koningen, het tweede Gouden Boekje van Annette en mij, gemaakt in samenwerking met het
Catharijne Convent. Het zit er prachtig uit. Nog één keer kritisch de tekst doorlopen en Angelino kan naar de drukker.
’s Avonds ga ik met Annette naar het Kinderboekenbal, ik was jaren niet van de partij, maar nu het bal bij ons in Utrecht wordt georganiseerd, in het Spoorwegmuseum, besluit ik weer eens te
gaan.
Er was aandacht voor Harm de Jonge en Martijn van der Linden, de makers van het kinderboekenweekgeschenk, en voor Marit Törnqvist, schrijver en illustrator van het prentenboek van de
Kinderboekenweek 2014. Jan Paul Schutte won zijn tweede Gouden Griffel, voor Het raadsel van alles wat leeft. Thyphoon zong een liedje dat niet was te verstaan en het koor van
Kinderen voor Kinderen zong een liedje dat helaas wel was te verstaan: Waar is het feest dan? Hier! Hier!
Presentator Nienke de la Rive-Box verklaarde de Kinderboekenweek voor geopend, waarna het toch nog gezellig werd en heel erg laat.
De dag erop deed ik Loosduinen aan, de plaats waar ik ooit ‘kleine kleren droeg’ en bezocht de Koos Meindertsschool, de enige school waar ik elke Kinderboekenweek gratis en voor niks
optreed. Dat heb ik beloofd toen het schoolbestuur ruim een jaar geleden toestemming vroeg de school naar mij te vernoemen.
Vorig jaar ontving ik in het gymnastieklokaal een voor een alle groepen. Dit jaar beperk ik me tot de groepen 3 en 4. Ieder een half uur.
De leerlingen van de groepen 3, een kleine vijftig kinderen in één lokaal, hebben maar een korte spanningsboog. Regelmatig moet ik de kinderen bij de les houden en als ze midden in mijn verhaal
ook nog een vette herfstspin ontdekken ben ik ze even helemaal kwijt.
De groepen 4 gaat een stuk gemakkelijker, maar ik neem me toch voor volgend jaar maar één klas tegelijk te bezoeken.
Op Den Haag Centraal heb ik afgesproken met Annette. Samen reizen we naar Noordwijk voor het Lemniscaatkinderboekenfeest in CBS De Wakerduin. We geven twee keer aan een bescheiden aantal
kinderen en hun ouders een voorstelling. We zingen een liedje uit De liedjesalmanak,herfst & winter, Annette tekent op een flapover, waarna we op het digibord de illustraties laten
zien van Bij ons op de familie.
Om vijf uur zijn we klaar en strijken we met een groepje Lemniscaatcollega’s neer in strandtent De Zeemeeuw, waar het gesprek hinkstapspringt van wild kamperen tot politiek correcte
Sinterklaasliedjes.
De bitterballen lieten zich aan zee goed smaken.