Kinderboekenweek 2014: wind kan waaien

oktober 2014
Basisschool Het Spectrum ligt midden in de Schilderswijk, in de Terwestenstraat, de straat waar ooit Harrie Jekkers een klein poosje woonde voor zijn ouders naar Morgenstond verhuisden. Niets herinnert meer aan de straat uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. De oorspronkelijke huizen zijn jaren geleden alweer afgebroken en hebben plaatsgemaakt voor nieuwbouw waar mensen zijn komen wonen die vanuit alle windstreken hierheen zijn gewaaid.  Ooit schreven Harrie en ik over deze moderne volksverhuizing het lied De wind:

Hoor je die woorden  uit het noorden?
Fluistert daar het oosten niet?
He, geluiden uit het zuiden
en daar is het westen met een lied.

Wind kan waaien, wind kan draaien
en gaan liggen waar hij wil.
Kent alle talen en verhalen.
Luister naar de wind wees stil.

(…)

Het gaat hier tegenwoordig anders
dan het vroeger is gegaan.
Want veel nieuwe Nederlanders
komen overal vandaan.
Zoveel rassen, zoveel talen
zomaar bij elkaar gewaaid.
Luister naar elkaars verhalen,
want de wind die is gedraaid.

Achteraf bedenk ik me dat deze tekst heel geschikt was om vandaag voor te lezen, maar dan zit ik alweer in de trein terug naar huis. In plaats daarvan lees ik de achtste groepers van Het Spectrum, de kinderen van meester Bram, Koning Varken voor, de tekst van een prentenboek dat in januari verschijnt. Nu eens niet met illustraties van Annette maar van Stern Nijland.
Vooraf vroeg ik me af of de kinderen, waarvan een gedeelte van Islamitische komaf is, wel gecharmeerd zouden zijn van een verhaal over een koning die verslaafd is aan varkensvlees.
Ik besluit de kinderen ernaar te vragen. Niemand heeft bezwaar en ik begin te lezen. Een enkel kind trekt een vies gezicht als ik lees hoe de koning geniet van zijn koteletje, maar na afloop oogst ik een spontaan applaus voor mijn varkensverhaal.
Ik had ze gevraagd kritisch te luisteren: ‘het boek moet nog gedrukt, dus ik kan er nog van alles aan veranderen.’ Niets meer aan doen, is de mening van de kinderen, en ik heb het mooi voorgelezen.
‘Anders was het misschien wel saai geweest,’ merkt een jongen op.

In groep 7, bij de kinderen van juf Margreet, het uur daarna, gaat het er hoewel net zo leuk er toch heel anders aan toe. Ik zie op de lessenaar van de juf een exemplaar van De liedjesalmanak, herfst en winter liggen en besluit een aantal liedjes te zingen, liedjes waarbij ze mee kunnen zingen zoals Op de kinderboerderij en De koning van Siam. Prinsjesdag en Kom ga je mee, naar het kleine koningslied laat ik ook horen. Maar deze liedjes zing ik niet, maar lees ik voor.
Aan voorlezen wordt op Het Spectrum veel aandacht besteed, drie kinderen kruipen één voor één op mijn voorleesstoel en lezen wat liedjes voor uit het boek, waaronder het gedichtje over oktober en Zakdoekje leggen. Het couplet wat ik aan dit lied heb toegevoegd (Neus ophalen, lange halen, ik heb de hele nacht geniest etc. ) doet de klas na het voorlezen nog eens dunnetjes over, maar dan zingend.
De kinderen hebben in kleine groepjes vragen voorbereid en een ‘journalist’ gaat met een plastic speelgoedmicrofoon rond en geeft hen gelegenheid hun vragen op mij af te vuren. Er is goed over nagedacht, de vragen gaan niet  over huisdieren en lievelingseten, maar zijn serieuze vragen over het vak schrijven. Tot slot ga ik nog even met de hele klas op de foto, deel handtekeningen uit en verkas naar groep zes, de klas van meester Önder.
Ik word de hele ochtend al begeleid door juf Ester, de ‘vliegende kiep’ van de school en om haar (en mezelf) een plezier te doen,  heb ik voor dit laatste uur weer een heel ander programma.
Ik vertel dat ik behalve boeken ook musicals schrijf, bewerkingen van boeken, zoals De club van lelijke kinderen en De snoepwinkel van Zevensloten. Soms is de musical er eerder en maak ik er later een boekversie van, zoals Het sneeuwmeisje.
Ik lees het verhaal voor en als er een dode valt in het verhaal hoor ik juf Ester hardop zuchten.
Natuurlijk moet ik ook in deze groep handtekeningen uitdelen en op de foto, maar eerst krijg ik een ingepakt boek overhandigd. Of ik het wil uitpakken en wil signeren. Het is een cadeautje van de school aan de kinderen. 
Veel te voorzichtig naar de zin van de kinderen pak ik het uit, zo benieuwd zijn ze naar het boek: een exemplaar van Lucas in de sneeuw