schrijverslogboek 10: het is een jongen

24 mei 2014
Annette en ik hadden dan wel volmondig ja gezegd toen het Catharijne Convent ons vroeg een Gouden Boekje te maken over de Napolitaanse kerststal, maar het viel nog niet mee een originele invalshoek te vinden voor het overbekende kerstverhaal.
Als we het verhaal van de drie koningen nu eens vertellen, stelde Annette voor. Dat het dorp hen in de verte ziet aankomen en iedereen zich afvraagt voor wie ze komen. Voor ons, denken de herders, om onze wol te kopen. Voor mij, denkt de herbergier, voor mijn wijn. Nee, denkt de bakker, ze komen voor mij, voor mijn brood.
Goed idee, niets meer aan doe, behalve schrijven dan en dat heb ik de afgelopen twee weken gedaan. Begin deze week stuurde ik  het verhaal op naar het Catharijne Convent en naar Rubinstein, de uitgever van de Gouden Boekjes. En ze zagen dat het goed was.
Het is een wonderlijk verhaal geworden. Het evangelie volgens Koos Meinderts, waarin ik het kindje  geboren laat worden in een stal in een anoniem Italiaans bergdorpje, aanbeden door drie koningen, maar ook door Enzo, de schaapsherder, Fabrizio de bakker, Silvio de herbergier, signor Baffi, de burgemeester  en door de drie mooiste meisjes van het dorp:  Gina, Claudia en Sofia.
Maria en Jozef, met Jezus de enigen die ik niet met name noem, zijn verlegen met zoveel aandacht voor hun eerstgeborene.
‘Het is een jongen,’  zegt de jonge moeder trots.
Wat mij betreft de mooiste zin van het verhaal.