Schrijverslogboek 14: messen en scharen

12 juni 2014
Ik was er niet bij, woensdagavond 24 mei, toen Gideon Samson in het Kinderboekenmuseum de vijftiende Annie MG Schmidtlezing hield: Messen en scharen zijn kindergevaren
Gelukkig is daar Goede Papieren, uitgave van het Letterkundig Museum. Nummer 2, jaargang 8 bevat een fragment van Samsons toespraak, waarin hij zich afvraagt voor wie hij schrijft.

‘De meeste volwassenen lezen mijn boeken niet, enkel en alleen omdat het kinderboeken zijn, maar het zijn juist volwassenen die bepalen in hoeveel kinderhanden mijn boeken zullen vallen. (…) veel volwassenen denken dat mijn boeken niet zomaar voor een minderheid, maar voor een zeer kleine minderheid geschikt zijn.’

Samson slaakt deze verzuchting naar aanleiding van wat een vriend van hem overkwam toen hij in een kinderboekwinkel een exemplaar van De zwarte zwaan wilde afrekenen.
‘U weet het zeker?’
‘Ja,’ zei hij.
‘Het is wel heftig hoor,’ waarschuwde zij.
Toen de verkoopster erachter kwam dat de vriend, een volwassene, het boek  voor zichzelf kocht, was ze opgelucht.  Zo’n heftig boek. Het mocht eens in handen van een kind vallen.
De anekdote deed me denken aan de opmerking in een bespreking van Lang zal ze leven, mijn eerste jongerenboek: Het is de vraag of jongeren wachten op een boek over een oude vrouw die dood wil.
'Ik denk wel eens bij me eigen,' begon cabaretier Wim Kan ooit een conference, gevolgd door: 'Ik denk zelden bij een ander.'
Dat zouden meer mensen moeten doen.