Schrijverslogboek 4: beginregels

8 mei 2014
Drie koningen is het gedicht van 8 mei op de Poëziekalender, van Marjoleine de Vos. Een veel te mooi gedicht om op de wc te lezen, met de broek op de enkels. Dit zijn de beginregels:

We wilden geen kind zien. Wat we zochten
was hoop, we wilden geloven, verwachtten
een sprong, een flits, een stem misschien. 

De titel, Drie Koningen, zag ik als een aansporing om vandaag verder te schrijven aan mijn verhaal over de Napolitaanse Kerststal, een Gouden Boekje voor uitgeverij Rubinstein in samenwerking met het Catharijne Convent. Dit zijn mijn beginregels:

Angelo was de eerste die hen zag. Hij zat geleund tegen een olijfboom. Hij kwam hier graag. Hier kon hij alleen zijn en ongestoord op zijn trommel spelen, uitkijkend over de vallei in de verte.
Drie koningen, zag Angelo, de een nog vorstelijker gekleed dan de ander, reizend per kameel, vergezeld door een stoet aan verzorgers en bedienden. Helemaal voorop liep een jongen van zijn leeftijd, een prins aan zijn kleding te zien. Naast hem huppelde een hond met een gouden halsband.