Bijtijdse dood

januari 2016
n het katern Letter & Geest van zaterdag 30 januari las ik Algemeen beschaafd sterven, een essay van Willem Jan Otten, waarin hij zijn  zorgen en twijfels uitspreekt over het zelfbeschikte levenseinde:

‘Het klinkt verlicht en humaan, maar juist het feit dat de goede dood de bijtijdse is, sleept een reeks angstige complicaties met zich mee. (…) dat er mensen overblijven die zo onbeschaafd en onverlicht zijn geweest om niet bijtijds te willen of kunnen sterven. Het sleept met zich mee dat steeds meer mensen eerder sterfdruk zullen gaan voelen.’

Ik moest denken aan mevrouw De Graaf, hoofdpersoon van Lang zal ze leven, een vrouw die altijd de regie over haar leven heeft gehad en voor een zelfgekozen dood kiest, zonder hulp van buitenaf in te schakelen.Luisterend naar Carmen, haar lievelingsopera, verdwijnt ze in de tijd. 
Speelt ze hiermee voor God, of voor het knechtje van de Dood? Willem Jan Otten: ‘De dood is god en de Einder is zijn dienaar.’
De dag erop keek ik naar een uitzending van De verwondering, een mooi gesprek tussen Annemiek Schrijver en Herman Finkers. Ze kwamen te praten over de zelf geregisseerde dood van David Bowie.
‘Hoe sta jij daarin?’ wilde Schrijvers weten.
‘Het moet bij je passen,’ was Finkers aarzelende antwoord.
Mevrouw de Graaf bestaat niet, ik heb haar verzonnen, maar toch: ik hoop dat haar zelfverkozen, bijtijdse dood bij haar past.