oktober 2018
De Kinderboekenweek is een paar dagen oud en begon voor mij op dinsdag met een lezing voor de eerstejaars Pabostudenten van de Haagse Hogeschool. Ook de dagen erna was ik Den Haag, op woensdag op
de Koos Meindertsschool en de dag erop in Het Paradijs, de zoldertheater van de Koninklijke Schouwburg.
De Koos Meindertsschool bestaat inmiddels vijf jaar, reden voor een jubileumlied. Woensdag was de primeur.
Twee juffen hieven op de wijze van Leuk is raar van Klein Orkest het lied aan, op het schoolplein, in aanwezigheid voor alle leerlingen en hun ouders en opa’s en
oma's:
Groot en klein, we zijn er voor elkaar,
Mees en juf, altijd staan ze klaar.
Groot en klein, we feesten met elkaar
Zing het uit: Koos Meindertsschool 5 jaar!
Bij het laatste couplet voelde ik me lichtelijk opgelaten:
Een schilder of een schrijver,
Dat word ik hier op school.
Want we hebben allemaal
Koos Meinderts als idool
Probeer dan nog maar eens ten overstaan van de verzamelde Koos Meindertsgemeente gewoon uit je ogen te kijken.
Na de community-singing heb ik twee gedichten voor gedragen, waarna ik de groepen 3 en 7 heb bezocht.
Een van de kinderen wilde weten of ik dit jaar weer de Gouden Griffel had gewonnen. Ik moest haar teleurstellen, maar vertelde met enige trots dat dit jaar de Gouden Griffel voor de derde
achtereenvolgende keer naar een stadgenoot van mij is gegaan: Annet Schaap voor haar prachtige boek Lampje.
Ik had haar de avond ervoor op het Kinderboekenbal als een van de eerste gefeliciteerd: Hij is binnen, Annet! De Griffel is in de Domstad gebleven: Utrecht, city of childrensliterature!
Een docent van de Pabo vroeg me afgelopen dinsdag of ik als de vorige winnaar misschien de Gouden Griffel aan de nieuwe winnaar moest uitreiken. Niet dus, maar ik vind het eigenlijk wel een goed
idee en geef het hierbij door als tip aan Eveline Aendekerk, de nieuwe directeurvan de CPNB die op het Kinderboekenbal rondliep verkleed als Pipi Langkous.
Zou ze vooraf om kledingadvies gevraagd hebben aan haar voorganger, Eppo met de lange achternaam?
Donderdag was ik ook in Den Haag, maar niet voor de Kinderboekenweek, ik had een dag de beschikking over Het Paradijs om te repeteren voor zondag als ik een besloten try-out geef van
Een zee aan verhalen. In november volgt nog een tweede try-out en dan wordt er gekeken of mijn theateravontuur word voortgezet.
Het was begonnen als geintje, afgelopen mei. Ik was bij Harrie Jekkers, op Ibiza, waar we gewerkt hebben aan Achter de duinen, zijn solovoorstelling op de zondagmiddag in de
Grote Zaal van de Koninklijke Schouwburg.
Het werken aan zijn solo ging voorspoedig, waarna ik min of meer voorde grap zei: Zo en dan gaan we nu een familievoorstelling schrijven.
Dat kon ik best alleen, vond Harrie, en hij vond ook dat ik die in mij eentje moest doen: ‘dan speel jij ’s morgens voor de kinderen en ik ’s middags voor de volwassenen.’
Ik legde het plan (en de uitgeschreven voorstelling: gedichten, verhalen en praatjes losjes rond het thema de zee) voor aan de programmeurs van de schouwburg, en die wilden het wel met mij
proberen.
Zondag 7 oktober is het zover, dan stap ik na de openingsmuziek het podium op, en begin ik aan Een zee van verhalen, onder het motto van Pipi Langkous: ik heb het nog nooit
gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.
Vrijdag heb ik stiekem een paar dingen uit de voorstelling uitgeprobeerd, in de Keizaal van bibliotheek Eemland in Amersfoort. Drie keer moest ik aan de bak, twee keer voor een grote groep
kinderen van SBO Michaël, en een keer voor een kleine groep kinderen van BS Sint Joris.
Als het zondag net zo ontspannen gaat als in de bibliotheek in Amersfoort, dan wordt het heel gezellig in Het Paradijs, en ben ik er door geen engel uit weg te jagen.