mei 2016
Waarin ik met vrienden tijdens een etentje in een vlaag van nostalgie Eurovisie-songfestivalliedjes heb gezongen, waaronder Ding a dong van Teach In en Een beetje van
Teddy Scholten.
Na de songfestivalliedjes verloren we ons in liedjes van ouwe tv-series. Dappere Dodo kwam langs, Ivanhoe en Belle en Sebastien.
Als enige in het gezelschap herinnerde ik me Graine d’ortie (De verschoppeling), een serie die zich afspeelt in Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoofdpersoon is
Paul, een Alleen-op-de- wereld-jongetje, voor wie de wereld onbegrijpelijk groot is.
De serie, gebaseerd op de gelijknamige autobiografische roman van Paul Wagner, is mij altijd bijgebleven en toen ik jaren later Mooi meegenomen schreef, mijn eerste kinderboek,
besloot ik mijn hoofdpersoon te noemen naar de grote, kleine held uit Graine d’ortie: Paul.
Paul was ook de naam van een voetbalvriendje van langgeleden.
Waarin de KNVB een rapport naar buiten bracht: Winnaars van morgen. Een van de aanbevelingen: er moet meer gepingeld worden. Helemaal mee eens. Doodt de creativiteit van kinderen (en
volwassenen) niet door ze te onderwerpen aan een voorzichtig tikkie-opzij-tikkie-terug-voetbal. Laat ze vrij spelen en hun eigen oplossingen vinden. En er moet weer op gras worden
gevoetbald. Op kunstgras groeien geen madeliefjes.
Waarin mijn boek De zee zien genomineerd werd voor de Vlaamse kinder- en jeugdjury 2016, in de categorie 14 plus. Ik ben daar vooral blij om omdat mijn boek (en de boeken van de andere
genomineerden ) ook daadwerkelijk gelezen gaan worden. Pas daarna wordt er gestemd. Dat kun je van de Nederlandse kinderjury niet zeggen. Die is verworden tot een ordinaire
populariteitspoll op internet. Om op een boek te stemmen hoef je het niet eens te hebben gelezen. Hoogtijd dat de Nederlandse kinderjury georganiseerd wordt naar Vlaams voorbeeld.