december 2016
Nog een paar blaadjes en Van Oorschots poëziekalender is leeg gescheurd en 2016 voorbij, voorbij o en voorgoed voorbij. Wat heeft dit jaar me gebracht en wat bracht ik het jaar. Een
terugblik.
OUDE EN NIEUWE UITGEVER - Eind april nam ik afscheid van Lemniscaat. Op mijn website vergeleek ik mijn vertrek met het kappen van een boom voor het huis: De boom ben je kwijt, dat doet
pijn, maar het levert een schitterend vergezicht op. En zo is het.
Na het vellen van de boom kon ik heel ver kijken, tot in Den Hoorn, stad van De scheepsjongens van Bontekoe, en thuishaven van uitgeverij Hoogland & Van Klaveren.
Drie mandjes heb ik voor mijn eieren: De Fontein voor mijn jongerenboeken, Rubinstein voor mijn liedjesboeken en Hoogland & Van Klaveren voor mijn kinderboeken.
EIGEN WERK - Eind oktober verscheen Naar het noorden, mijn eersteling bij Hoogland & Van Klaveren. Nog voor de presentatie van het boek, opgedragen aan Dolf Verroen, schreef
Trouw: De kracht van het boek zit in die vaak schrijnende details, die een levend tijdsbeeld oproepen en het leed voelbaar maken.
Het Friesch Dagblad (trefzekere observaties, in een ingehouden taal), Het Dagblad van het Noorden (een aangrijpende vertelling) en Het Parool (Meinderts kiest zijn beelden
met zorg) volgden en ook op internet is het boek niet onopgemerkt gebleven.
Minder aandacht was er jammer genoeg voor Kak! zei de ezel, mijn hertaling van 101 nursery rhymes als Humpty Dumpty en Ring-a-ring a roses, schitterend geïllustreerd
door Annette Fienieg.
Vijf verhalen schreef ik dit jaar, vier columns over wandelen voor het tijdschrift Te voet en één verhaal voor literair tijdschrijft Liter: Arie en Marie, een verhaal over mijn
vader en moeder die het afgelopen jaar allebei de gezegende leeftijd van honderd jaar zouden hebben bereikt als niet Mijnheer de Dood hen in respectievelijk 1973 (Arie, mijn vader) en 1994
(Marie, mijn moeder) had opgehaald.
Voor De Standaard der Letteren schreef ik in de rubriek Briefgeheim een brief aan W.G. van der Hulst.
Dit jaar geen gedichten en op de valreep maar één liedje, voor volwassenen.
PRIJZEN - Even leek het erop dat mijn jongerenroman De zee zien, ondanks de jubelende reacties en juichende recensies, alle literaire prijzen zou mislopen tot in november de jury van de
Boekenleeuw mijn boek unaniem uitriep tot het beste boek van 2016.
Het leverde een bescheiden geldbedrag op, eeuwige roem en twee herdrukken.
VERTALINGEN - Drie prentenboeken heb ik het afgelopen jaar vertaald: Waar is mijn kudde? (A tribe of kids, Lane Smith), Een vriendje voor altijd (Imaginary
Fred, Eoin Colfer en Oliver Jeffers) en Net als Anne (Just like Anne (Uggbert en Ingrid Robers).
Eveneens in 2016 verscheen De groeten van de krijtjes (The day the crayons came home, Drew Daywalt en Oliver Jeffers), een vertaling die ik al in 2015 had gemaakt.
Van mijn eigenwerk verschenen het afgelopen jaar Het sneeuwmeisje en De man in de wolken in Koerdische vertaling. Mijn jongerenroman Lang zal ze leven kwam in het
voorjaar uit bij de Oostenrijkse uitgever Jungbrunnen die inmiddels ook de Duitse rechten van De zee zien heeft gekocht.
LEZEN - Behalve het jaarlijks terugkerende rondje langs Utrechtse bibliotheken van Zuilen tot Leidsche Rijn las ik ook dit jaar elders in het land voor, in boekhandels, scholen en
bibliotheken, opvallend vaak in Den Haag, maar ook in plaatsen als Hoogeveen, Grubbenvorst en Elst.
Twee keer las ik voor in Loosduinen, de plaats waar ik ben opgegroeid, één keer in het Loosduins Museum en één keer in de voetbalkantine van SV Houtwijk, als afsluiting van 35 jaar Houtwijk.
Goeie herinneringen heb ik aan mijn optreden op het festival Zomerzinnen in Amen in Drenthe. Toch maar eens die voorleesvoorstelling gaan maken.
Binnenkort bij u in het theater?