Waarin ik bij Antiquariaat Hinderickx & Winderickx op de Oudegracht in Utrecht een papieren editie kocht van De Utrechtse Boekhouder, tijdschrift voor Utrechts literair erfgoed, en mijn oog
viel op een gestencild dichtbundeltje van Sjoerd Kuyper: De dichter zingt, nummer 046 van de reeks Amsterdamse Cahiers, een uitgave van C.J. Aarts uit 1987. Voor vijf euro
mocht ik het boekje meenemen.
Het was mooi weer en op het terras van Carla’s Conditorie las ik de aan Margje opgedragen gedichten. Zeven in totaal, waaronder Haar luister, een liefdeslied voor Margje dat besluit met
deze strofe:
Ons lichaam is gebleven
In aarde oud en warm.
De woorden zijn gaan leven
Waarmee ik ons omarm.
De woorden omarmen hen nog altijd. Vorig jaar verscheen bij Hoogland & Van Klaveren Mooi Leven, een bundel liefdesgedichten met schilderijen van Margje. Daaruit de laatste strofe van
het gedicht Mijn lief is op een ander eiland:
De zee ligt stil onder de zon.
De storm voorgoed achter de rug.
Een vissersbootje poetst het zilver.
Morgen komt mijn lief terug.
Waarin ik zomaar opeens mijn vader zag staan op een elftalfoto van VELO 1, seizoen 1938-1939. De foto stond in een jubileumboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de
rooms-katholieke sportvereniging VELO (Val Aan en Loop Op) uit Wateringen, het dorp waar mijn vader is opgegroeid.
Mijn vader heeft er niet lang gevoetbald, wel bleef hij donateur en bezocht hij de thuiswedstrijden van VELO. Ik ben vaak met hem mee geweest achterop de brommer, een Berini M-21 , die stalde hij
bij zijn ouders, waarna we lopend, hand in hand, naar de Harry Hoekstraat liepen waar het VELO-terrein destijds lag.
Mijn vader volgde de wedstrijd, ik maakte een rondje om het veld en vroeg aan de sigaar rokende supporters of ik het sigarenbandje mocht hebben voor mijn verzameling.
Drieëntwintig is mijn vader op de foto, vrijgezel nog. In de oorlog zou hij de vrouw ontmoeten die mijn moeder zou worden.
Waarin ik keek naar een aflevering van De kist van de EO. Marjan Berk was te gast, ze vertelde interviewer Kefah Allush over de vroege dood van haar moeder, en ook over haar vader die geen
vader voor haar was.
Vier zonen heeft ze: ‘Alle vier leuke vaders.’
Ze heeft ze een keer alle vier op Moederdag een bloemetje gestuurd: ‘Ik zei altijd, ik wou dat jullie mijn vader waren geweest.’