februari 2020
Waarin ik lezend in mijn vaders hand van Bart Chabot teruggeworpen werd in de tijd en weer op de ulo in het Westeinde zat.
Collega-Hagenaar Chabot zat in dezelfde periode op de mulo in de Van der Parrestraat waar hij Duitse les kreeg van Hogenelst die vanaf dag één de pik op hem heeft.
Chabot moet voor de klas komen en vijf vanuit het Duits vertaalde zinnen op het bord schrijven, waarna de leraar Duits de klas toespreekt: ‘Kijk goed, jongens en meisjes (…) Dit nu… is
het handschrift van een psychopaat.’
Mijn leraar Duits was een leraar Frans. Hoe hij heette weet ik niet meer, iets met Duiven, Duivendak of Duivenvoorde.
Ed heette zijn slachtoffer, Ed M. een ongunstige jongen met pukkels, een slecht gebit en gelige tanden, De leraar Frans riep hem voor een mondelinge overhoring naar voren, op alle vragen had Ed
het goede antwoord, hij had zijn huiswerk goed geleerd en mocht weer gaan zitten, maar pas nadat de leraar hem als volgt toesprak: ‘Beste Ed, als je ’s morgens weer eens je tanden poetst ,
doe dat dan net als ieder beschaafd mens met tandpasta en niet met koeienmest.'
Bart Chabot wordt bij het uitgaan van de school door zijn klasgenoten bemoedigend op de schouder geklopt, ze stonden vierkant achter hem: ‘Wat ik waardeerde; maar in de klas had geen
van hen een mond opengedaan.'
Ook wij hadden het, laf als we waren en bang het volgende slachtoffer van de leraar Frans te zijn, niet voor onze publiekelijk voor lul gezette klasgenoot opgenomen.
Keihard als we waren noemden we hem voortaan Mister Ed, naar het sprekende paard op televisie.