De vuurtoren


Oma is oud, maar de vuurtoren is ouder, veel ouder. Hij stond er al toen oma een jong meisje was en nog in het dorp achter de duinen woonde.
Ze droomde ervan om later als ze groot was in de ronde kamer te wonen, hoog in de vuurtoren.
En haar droom kwam uit, want in de ronde kamer woonde Jonas, de zoon van de vuurtorenwachter, en Jonas droomde van oma, die toen nog geen oma was, maar een vrolijk meisje met appelrode wangen.
O, dacht Jonas, als ik ooit nog een die wangen mocht kussen.

Uit: De vuurtoren, Lemniscaat 2007
Illustraties Annette Fienieg

Prentenboek over generaties die komen en gaan, als de golfslag van de zee.