De zee zien


Proloog

Ik stond beneden en keek hoe Jan zingend tegen de schoorsteenpijp omhoog klom. Op het hoogste punt zwaaide hij, triomfantelijk. Hij riep nog iets, ik kon niet goed verstaan wat, - 'Ik heb de zee gezien!', zou hij dat hebben geroepen?- en toen is hij gevallen en ben ik naar huis gerend: er is niets gebeurd, er is niets gebeurd.

Mijn vader vertelde me wat ik als eerste wist, eerder nog dan Jans ouders.
'Jan is dood.'
'Wat?!'riep ik. 'Wat?!'
Ik speelde het zo overtuigend dat ik wist dat er geen weg terug meer was. De rest van mijn leven zou ik moeten blijven volhouden dat ik van niks wist.
Moeilijk viel me dat niet, dat net doen alsof ik van niks wist. Ik had Jan dan wel zien vallen en daarna zien liggen, maar zoiets onwerkelijks is pas echt gebeurd als het je wordt aangezegd.

Uit: De zee zien, De Fontein 2015

Jongerenroman over schuld en schaamte en een leven lang boete doen.