Feest

Er was een feest met goedgevulde tafels, in de schaduw onder de bomen en in de zon. Het voorspelde onweer bleef uit.
Er waren gasten in plukjes. Een plukje familie, een plukje vrienden van vroeger, een plukje vrienden van nu.
Er waren sprekers die mooie woorden spraken over de feesteling, die een ronde leeftijd had bereikt en al die mooie woorden ook kon horen. Van de levende niets dan goeds.
Er was geen opluchting toen het feest werd verlaten, geen hè, hè, het is achter de rug. Er was geen koffie en ook geen natte cake.
Er was toekomst om te vullen met nieuwe herinneringen.