Carlos Saura is dood, aan hem en in het bijzonder aan zijn film Cria
cuervos heb ik het te danken dat ik voor kinderen ben gaan schrijven.
Dat zit zo: Ruim veertig jaar geleden was ik op een feestje waarop nogal gesnoefd werd over boeken die je gelezen moest hebben, theatervoorstellingen die je niet mocht missen en films die je
absoluut moest hebben gezien.
Ik ergerde me aan het high brow gesnoef en gesnob en besloot een geintje uit te halen.
Cria cuervos, kenden ze die film?
Ja, die kenden ze wel, geweldige film.
Nou, dan hadden ze Saura’s nieuwste film niet gezien, zei ik en ter plekke verzon ik een Cria Cuervosachtig verhaal over een kind, een jongen dit keer, die zijn angst voor de dood bestrijdt met
het vluchten in kinderlijke fantasieën. Niet gezien? De titel was me even ontschoten.
Een aantal mensen kende de film niet, anderen hadden ervan gehoord en gingen hem beslist kijken. Weer anderen hadden de film (die dus niet bestond) gezien, sommigen daarvan vonden hem wel veel
minder dan Cria Cuervos, anderen juist heel veel beter: ‘Veel gelaagder.’
De dag erop werd ik wakker met het verhaal van de film die niet bestond in mijn hoofd. Best aardig dacht ik, en ik besloot het op te schrijven.
Tevreden met het resultaat stuurde ik het verhaal op naar De Blauw Geruite Kiel, de kinderkrant van Vrij Nederland, waarin het in twee delen daadwerkelijk verscheen.
Niet lang daarna werd ik opgebeld door Nanny Brinkman van uitgeverij Ploegsma, zij zag in mijn Cria Cuervosjongen een mooi hoofdpersoon van een kinderboek. Wilde ik dat niet schrijven?
Dat wilde ik wel en in het voorjaar van 1983 verscheen Mooi Meegenomen mijn debuut als kinderboekenschrijver.
Met dank aan Carlos Sauro. God hebbe zijn ziel.