Over een paar dagen wordt mijn kleindochter drie jaar, maar op welke dag? Ze
is een schrikkelkind, geboren op 29 februari 2020, vlak voor het uitbreken van Covid 19, waarmee ze de familietraditie van haar vaderskant, geboren worden in een rampjaar, in ere hield.
Ik ben een watersnoodkind, haar vader een Tsjernobylbaby en zij een Coronakind.
De eerste dagen kon ik haar nog in mijn armen houden, toen ging de wereld op slot en schreef ik haar elke week een brief, tot ze één werd. Vanaf toen nam ik me voor haar in ieder geval rond haar
verjaardag te schrijven.
De brief voor haar derde heb ik haar onlangs gegeven, nu heeft ze er nog niks aan, om te beginnen kan ze nog niet lezen, en bovendien richt ik mijn brieven tot het meisje dat ze nog moet worden,
een meisje van zestien met een opa van vierentachtig.
Een meisje met wie ik op weg naar haar zestiende nog lange strandwandelingen wil maken, op de bank voor de TV samen naar Ajax wil kijken, aan wie ik verhalen en gedichten wil voorlezen, die ik
moet troosten omdat haar lief het heeft uitgemaakt en met wie ik droevigmooie gesprekken moet voeren over alle brieven die ik haar heb geschreven.