Rupsje Nooitgenoeg


Het heeft even geduurd, maar eindelijk is het dan zo ver: ik ben miljonair. Tenminste als ik de berekening van de WOZ-waarde van mijn woning mag geloven, ruim 9 ton. Tel daarbij op wat ik aan spaargelden heb en aandelen Groenfonds en je zit aan een bedrag met zes nullen.
Het is bekend, wie veel heeft, wil steeds meer en in een impulsieve bui besloot ik als een Rupsje Nooitgenoeg bezwaar te maken tegen de hoogte van de WOZ-waarde van mijn pand op stand, niet rechtstreeks bij de gemeente, maar bij een van de knibbel-knabbel-knuisje-bureaus, een fluitje van nul cent: ‘wij maken gratis bezwaar.’
Aan het eind van het jaar zou ik minstens driehonderd euro aan mijn miljoen kunnen bijschrijven.
Maar toen werd mij duidelijk wat het verdienmodel was van de bezwaarbureaus, een vergoeding van de gemeente: 254 euro voor het indienen van een erkende klacht en eenzelfde bedrag voor een eventuele telefonische hoorzitting.
Ping, ping, kassa. Geld van de gemeenschap, dat ten koste gaat van, ik noem maar wat, de subsidiëring van bibliotheken.
Onder het motto beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald heb ik het bureau verzocht mijn bezwaar in te trekken. Jammer, maar geen probleem liet Katie per mail weten namens Guido, Lieke, Sietske, Manon, Isa, Daniëlle, Naomi, Merel, Lucas, Lotte en Judy, alle leden van Team customer care.
Een pak van mijn hart en om misstappen begaan in het verleden in de toekomst te voorkomen, heb ik Rupsje Nooitgenoeg van de bibliotheek gehaald en uit mijn hoofd geleerd.