Voor China was 2023 het jaar van het konijn, voor mij als schrijver het jaar van de beer, voor politiek
Nederland het jaar van Geert de wolf in schaapskleren. Er is geschreven, voorgelezen en herdrukt.
Hoogtepunt was het verschijnen van Zebedeus en de het ganzenbord van Wisse, veertig jaar na Mooi
meegenomen, mijn debuut uit 1983. Hoogland & van Klaveren verraste mij en illustrator Annette Fienieg met naast de reguliere uitgave ook een gelimiteerde luxe-editie van het
ganzenbordboek.
Het boek kreeg mooie recensies in alle landelijke dagbladen, werd al na een paar maanden herdrukt en stond in het Parool en het NRC genoemd bij de beste boeken van 2023. Onlangs werden ook nog
eens de rechten verkocht aan uitgeverij Everafter uit China.
Bij uitgeverij Ploegsma verscheen in november Een zee van papier, een verhaal dat ik schreef bij illustraties van papierknipkunstenaar Sietse Muis: Een ode aan de verbeelding,
noemden de (online) recensenten het boekje, dat wat mij betreft een groter formaat had verdiend om de knipkunstwerken van Sietse Muis nog beter tot hun recht te laten komen.
Bij ons in de straat was thematitel van de afgelopen Kinderboekenweek en leverde in korte tijd twee herdrukken op. Het boek, waarvan ook een karton-editie verscheen, stond in oktober zelfs
kortstondig in de bestsellerlijst van de CPNB, ik meen op plek 41. Ook Bij ons in het circus en De schelmenstreken van Reinaert de Vos werden herdrukt.
Het afgelopen jaar schreef ik aan een familieroman, losjes gebaseerd op het verhaal van mijn ouders.
Het boek, met als werktitel Zien wat van gisteren overbleef, naar een dichtregel van Gerrit Achterberg, en waarvoor ik een beurs van het Nederlands Letterenfonds toegekend kreeg, vordert
langzaam. Ik had het gepland voor komend najaar, maar ik vrees dat het op zijn vroegst voorjaar 2025 wordt.
Behalve werken aan deze roman, schreef ik Het lied van de donkerrode boom, een tekst voor harmonieorkest De Bazuin uit De Meern, een actueel verhaal over een gezin op de vlucht.
Ik lees het verhaal voor op muziek van Thijs Borsten in Tivoli/Vredenburg , zaterdag 16 maart, tijdens het festival Utrecht Blaast Binnen.
Drie gedichten schreef ik, twee gedichten voor het tijdschrift Dichter, (Het huis van God en Waar de liefde woont) die helaas niet werden geplaatst, en een titelloos
gedicht bij een sjabloondruk van Annette Fienieg, bestemd voor onze inmiddels traditionele nieuwjaarskaart.
Ik herschreef op grondige wijze De wonderlijke wereldreis van Zebedeus de Beer uit 1993, de prequel van Zebedeus en het ganzenbord van Wisse. Ik schrapte de laatste twee
woorden uit de titel, plus een aantal beginhoofdstukken. Ada de Beer, Zebedeus’ vriendin voor het leven, sneuvelde in de nieuwe editie, en ik voegde Archibald toe, een kikker met
liefdesverdriet.
Twee hoofdstukken uit Het raadsel van de rode draad, over een monster dat vergeefs op bezoek wacht en een haas die niet kan huilen, kregen een plek in het nieuwe boek.
Op Terschelling en in Utrecht maakte Annette nieuwe illustraties bij het verhaal, in kleur. In april ligt De wonderlijke wereldreis van Zebedeus in de winkel.
Zo af en toe las ik voor uit Eigen Werk, ik bezocht de Katholieke Pabo In Zwolle, vier basisscholen (op
Terschelling, in Den Haag, Amsterdam en Utrecht), en één bibliotheek, het Eemhuis in Amersfoort.
Bijzonder was het bezoek aan het dorpshuis in Odijk en het optreden tijdens het galadiner van s.v. Loosduinen, de van oorsprong christelijk voetbalvereniging van het ‘dorp’ waar ik ben
opgegroeid. Ikzelf voetbalde bij rksv GDA, de katholieke voetbalclub, aartsrivaal van s.v. Loosduinen.
Pesterig beg0n ik mijn optreden met het zingen van het (door mijzelf geschreven) clublied van GDA. Verder dan de eerste regel kwam ik niet, vanachter in de zaal werd mijn clublied overstemd door
de yell van s.v. Loosduinen: We are blue, we are white, we are fucking dynamite.
Sinds lange tijd was KAMER 23 er weer, literaire zondagmiddag in de werkruimte van Annette Fienieg en mij in
Tuindorp.
Begin februari gingen Enne Koens en Gerda Blees met Len Borgdorff in gesprek en in november waren Marco Kunst en Peter Zantingh te gast.
Voor zondag 11 februari staat een nieuwe Kamer 23 gepland. Dan met Ingmar Heytze en Bette Westera.
2023 is geschiedenis, op naar de toekomst, we hebben maar te gaan, 2024 here we come!
De beer is los, maar houdt de wolf in Godsvredesnaam uit het torentje...