Ik wist zeker dat ik ze niet had weggegooid, de sloffen van mijn moeder, maar kon ze nergens meer vinden. ‘Je hebt zeker weer met je neus gekeken,’ ik hoorde het haar zeggen. Ik zocht de sloffen omdat ik in een ervan haar kerkmissaal had gedaan, een gebedenboek dat ik nodig heb voor de roman waaraan ik momenteel schrijf: Zien wat van gisteren overbleef. Ik had het zoeken allang opgegeven toen ik de sloffen vond, in een doos waarin ik al had gekeken, met mijn neus, precies wat mijn moeder...